Regels plaatsing antennes

Alle regels voor het plaatsen van antennes staan in het Nationaal Antennebeleid. Voor antennes hoger dan 5 meter is toestemming van de gemeente nodig. Voor kleinere antennes meestal niet.

Toestemming eigenaar bij plaatsing antenne

Bij plaatsing van een antenne op een gebouw of een ander bouwwerk is toestemming nodig van de eigenaar. Bij een vrijstaande zendmast is toestemming nodig van de grondeigenaar. Daarnaast is voor een vrijstaande zendmast een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van de gemeenten nodig.

Omgevingsvergunning nodig van gemeente

  • Vrijstaande zendmast
  • Antenne is hoger dan 5 meter, inclusief de drager
  • Antenne is bevestigd op of aan een monument
  • Antenne is bevestigd in een rijksbeschermd stadsgezicht of dorpsgezicht
  • Antenne is lager dan 5 meter en staat op het voorerf
  • Small cell hoger dan 0,5 meter op straatmeubilair

Uitzonderingen omgevingsvergunning

  • Antennemasten voor C2000, het communicatiesysteem voor politie, brandweer en ambulances
  • Zendmasten tot 5 meter van radiozendamateurs
  • Kleine schotelantennes
  • Antennes voor mobiele communicatie op minimaal 3 meter hoogte in bestaande zendmasten, hoogspanningsmasten, wegportalen, reclamezuilen, lichtmasten, windmolens, sirenemasten en vrijstaande schoorstenen.

Doe de vergunningcheck op het omgevingsloket.

Afspraken in het Antenneconvenant

De Rijksoverheid, gemeenten en de aanbieders van mobiele telefonie hebben in het Antenneconvenant (PDF, 167,2 KB) afspraken gemaakt over de plaatsing van antennes, waar geen omgevingsvergunning voor nodig is. In het Antenneconvenant staan de volgende afspraken:

  • Afspraken over het uiterlijk van antennes
  • Afspraken over de inspraak van huurders
  • De limieten voor de blootstelling aan elektromagnetische straling
  • Gemeenten worden van tevoren geïnformeerd over grootschalige plaatsing van small cells
  • Elk jaar ontvangt de gemeente een plaatsingsplan. Daarin staan de bestaande antennes en de locaties waar de aanbieders nieuwe antennes willen plaatsen.

Opstelpunten voor antennes delen

In de Telecommunicatiewet staat dat aanbieders van mobiele telecommunicatie hun antenne-opstelpunten moeten delen. Dit heet site sharing. Alleen als het technisch niet kan, vervalt deze plicht. Site sharing is niet verplicht voor C2000 masten. Er zijn wel afspraken om antennes toe te laten in C2000 masten. Meestal is er op een C2000-mast plek voor één mobiele aanbieder.

Registratieplicht Radiozendamateurs

Een zendamateur moet zijn antenne registreren bij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur.

Nieuwe Europese regels

De Telecommunicatiewet wordt in de loop van 2021 aangepast met regels uit de Europese Telecomcode EU 2018/1972. Doel is snel breedbandinternet voor iedereen binnen uniforme Europese kaders met o.a. aandacht voor consumentenbescherming en eerlijke marktwerking.

  • De ICNIRP-blootstellingslimieten worden in de wet verankerd zodat voor inwoners en mobiele operators helder is welke limieten gelden (via het Frequentiebesluit 2013).  
  • Voor plaatsing van small cells mogen nationale en lokale overheden geen vergunningplicht opleggen of andere (strengere) regels dan in de uitvoeringsverordening 'Draadloze toepassingen met een klein bereik' (EU 2020/1070). Zie onze Factsheet lokaal beleid en kleine antennes.
  • Gemeenten worden verplicht om in te stemmen met redelijke verzoeken van netwerkexploitanten  om gemeentelijke gebouwen of infrastructuur te gebruiken voor het plaatsen van small cells. Gemeenten mogen hier een marktconforme vergoeding voor rekenen.